Een weekje Delhi komt er hier tussenfietsen. Ben en Nathalie bezoeken. In vergelijking met Kathmandu rijden hier echte auto’s rond, dingen die blink<en. We gaan in het donker lopen uit ons geboekt appartement en boeken online in de lobby van een chique hotel twee kamers in datzelfde hotel (na daar eerst een uur internet te hebben gekocht – aan de receptie was het duurder dan online – begrijpe wie kan), die Indiërs met hun gemierenneuk.
Meest gedachte gedachten: “Erger u niet, verwonder u slechts” en “Die Indiërs toch”. Ongegeneerd voor u gaan staan in de rij, heel serieus iets uitleggen met gigantische snurk ertussen, dat gewiebel met hun hoofd (ja, nee, misschien, straks, nooit, ik weet het niet, whatever…’t is vooral dat genoegzaam glimlachje dat erbij hoort), en dan het meest aandoenlijke: we worden hier echt de héle tijd op de foto gevraagd (of nog beter, langslopen en dan heel onopvallend – maarnatuurlijk wel opvallend – filmen of per ongeluk gaat hun flash dan net af als ze stiekem een foto trekken).
Enfin, was ik juist van plan om geld te beginnen vragen (Steven wilde het nog gratis doen), beland ik in het ziekenhuis. Voor 4 nachten dan nog. Weg Full Moon Diner at Thaj Mahal, weg cocktails in de Imperial, wat ik in de plaats kreeg bespaar ik u graag. Een emmer baxters en een snoepwinkel pillen later kreeg ik gezelschap voor een nachtje van Lander. Hij ligt op de slaapzetel als bezoeker want ze mogen hier geen kinderen behandelen. Maar na 2u kwam er toch een Jos aan met een zak vol vers gekochte kindermedicatie voor hem. En nu slapen we hier met twee, en hopelijk mag hij morgen met mij mee naar huis.
Specialisatie van mijn dokter: diabetis, hart en lifestyle diseases. Gelukkig want met zo’n lifestyle disease weet je maar nooit.
In the mean time hebben Steven en de rest wel hun best gedaan om Delhi te omarmen.
Overmorgen vliegen we terug naar Nepal, ons thuis in Aithi house. Ben en Nathalie, het was een waar genoegen, volgende keer spreken we beter af in Antwerpen dat lijkt mij wel wat.